Start Learning Dutch in the next 30 Seconds with
a Free Lifetime Account

Or sign up using Facebook
Word Image
Position / Direction
31 words
Word Image
Position / Direction
31 words
bovenop
(p)
top
top van een berg
top of a mountain
achterkant
(a)
back
Het laaddock is aan de achterkant van het gebouw.
The loading dock is in the back of the building.
onderkant
masculine
(n)
bottom
We namen de ezelrit naar de bodem van de grand canyon.
We took the mule ride to the bottom of the grand canyon.
midden
neutral
(n)
middle
voorkant
(a)
front
voorkant van de auto
front of the car
alle kanten
(p)
all sides
omgeven aan alle kanten
surrounded on all sides
buiten
(p)
outside
buiten een huis
outside a house
tegenovergesteld
(p)
opposite
tegenovergestelde richtingen
opposite directions
naar
(p)
toward
bruine bizon
brown buffalo
naast
(p)
beside
ga naast me me staan
stand beside me
hoek
masculine
(n)
corner
Sla alstublieft linksaf bij de hoek van de convenience store.
Please turn left at the corner of the convenience store.
ver
(a)
far
De vrouw kijkt naar iets ver weg.
The woman is looking at something far away.
afgelegen
(a)
distant
binnenkant
masculine
(n)
inside
sojabonen groeien aan de binnenkant van een dop
Soybeans grow inside the pods.
boven
(p)
above
boven iemand
above someone
bij
(p)
by
We gaan naar het werk met de auto.
We'll go to work by car.
omhoog
(a)
up
Ga je omhoog?
Going up?
onder
(a)
under
In geval van een aardbeving moet je in een deuropening gaan staan.
In an earthquake, you should stand under a doorway.
aangrenzend
(a)
adjacent
Er grenst een coffeeshop aan mijn kantoorgebouw.
There is a coffee shop adjacent to my office building.
centrum
neutral
(n)
center
De blauwe bal is in het centrum.
The blue ball is in the center.
dichtbij
(a)
close
Ligt Brisbane dichtbij Sydney?
Is Brisbane close to Sydney?
omlaag
(a)
down
naar beneden gaan
going down
oosten
neutral
(n)
east
De zon komt op in het oosten en gaat onder in het westen.
The sun rises in the east and sets in the west.
tegenover
(a)
facing
tegenover een rode muur staan
facing a red wall
naast
(p)
next to
gaan zitten naast
sit next to
0 Comments
Top