Start Learning Dutch in the next 30 Seconds with
a Free Lifetime Account

Or sign up using Facebook
Word Image
Hospital Care
25 words
Word Image
Hospital Care
25 words
pijn
feminine
(n)
pain
pijn hebben
in pain
verband
neutral
(n)
bandage
Mijn dochter krijgt een verband met plaatje wanneer zij zich heeft gesneden of geschaafd.
My daughter gets a cartoon Band-Aid bandage when she has a cut or scrape.
spoedeisende hulp
masculine
(p)
emergency room
dokters van de spoedeisende hulp
emergency room doctors
verpleegster
feminine
(n)
nurse
verpleegster
female nurse
patiรซnt
masculine
(n)
patient
Dit ziekenhuis kan duizend patiรซnten huisvesten.
This hospital can accommodate one thousand patients.
rรถntgen
masculine
(n)
X-ray
De dokter en de verpleegster maken een rรถntgen van de patient zijn borst.
The doctor and nurse are taking an X-ray of the patient's chest.
bloedtest
masculine
(n)
blood test
een ampul bloed voor de bloedtest
vial of blood for a blood test
dokter
feminine
(n)
doctor
temperatuur
masculine
(n)
temperature
temperatuur op een thermometer
temperature on a thermometer
wachtkamer
masculine
(n)
waiting room
wacht in de wachtkamer
wait in the waiting room
ziekenhuis
neutral
(n)
hospital
ziekenhuis gebouw
hospital building
koorts
masculine
(n)
fever
Ik heb koorts.
I have a fever.
ambulance
masculine
(n)
ambulance
dokterspraktijk
masculine
(n)
doctor's office
thermometer
masculine
(n)
thermometer
digitale thermometer met een uitslag
digital thermometer with a reading
Neemt u plaats.
(s)
Please have a seat.
Heeft u een afspraak?
(s)
Do you have an appointment?
Bent u verzekerd?
(s)
Do you have insurance?
Vul deze papieren in.
(s)
Fill out these documents.
intensieve care
masculine
(n)
intensive care
operatie
feminine
(n)
surgery
injectie
feminine
(n)
injection
verdoving
masculine
(n)
anesthesia
chirurg
masculine
(n)
surgeon
ongeduldig
(a)
impatient
0 Comments
Top