Start Learning Dutch in the next 30 Seconds with
a Free Lifetime Account

Or sign up using Facebook
Word Image
Must-know Math Words and Phrases
20 words
Word Image
Must-know Math Words and Phrases
20 words
wiskunde
feminine
(n)
math
Mijn favoriete vak op school is wiskunde.
My favorite subject in school is math.
cijfer
neutral
(n)
number
De nummers 11 en 17 zijn beide priemgetallen.
The numbers 11 and 17 are both prime numbers.
oneven
(a)
odd
Nummer 11 is een voorbeeld van een oneven getal.
The number 11 is an example of an odd number.
even
(a)
even
Nummer 8 is een voorbeeld van een even getal.
The number 8 is an example of an even number.
plus
neutral
(n)
plus
Een plus een is twee.
One plus one is two.
min
neutral
(n)
minus
Acht min รฉรฉn is zeven.
Eight minus one is seven.
keer
neutral
(n)
times
Drie keer drie is negen.
Three times three is nine.
delen
(v)
divide
Tien gedeeld door twee is vijf.
Ten divided by two is five.
is gelijk aan
(p)
equal
Vijf plus vijf is tien.
Five plus five equals ten.
punt
neutral
(n)
point
รฉรฉn punt nul drie
one point zero three
procent
neutral
(n)
percent
Vijftig procent van twaalf is zes.
Fifty percent of twelve is six.
rest
masculine
(n)
remainder
Als je veertien deelt door drie is het quotiรซnt vier met een restant van twee.
If you divide fourteen by three, the quotient is four with a remainder of two.
formule
feminine
(n)
formula
Weet jij de formule voor het volume van een bol?
Do you know the formula for the volume of a sphere?
vergelijking
feminine
(n)
equation
De student loste de vergelijking op.
The student solved the equation.
variabel
neutral
(n)
variable
In wiskundige problemen, worden de variabelen gewoonlijk weergegeven door de letters "x" en "y."
In math problems, the variables are usually represented by the letters "x" and "y."
oplossing
feminine
(n)
solution
Als we de vergelijking vereenvoudigen, is de oplossing duidelijk.
If we simplify the equation, the solution is obvious.
functie
feminine
(n)
function
Een functie geeft de relatie weer tussen twee variabelen.
A function represents the relationship between two variables.
uitrekenen
(v)
calculate
Kunt u de kosten van de boodschappen berekenen?
Can you calculate the cost of the groceries?
vierde
(n)
fourth
Wanneer vijfenzeventig procent wordt omgezet in een breuk, wordt het driekwart.
When converted into a fraction, seventy-five percent becomes three-fourths.
helft
masculine
(n)
half
Het recept geeft anderhalve theelepel suiker aan.
The recipe called for one and a half teaspoons of sugar.
0 Comments
Top