Vocabulary

Learn New Words FAST with this Lesson’s Vocab Review List

Get this lesson’s key vocab, their translations and pronunciations. Sign up for your Free Lifetime Account Now and get 7 Days of Premium Access including this feature.

Or sign up using Facebook
Already a Member?

Lesson Notes

Unlock In-Depth Explanations & Exclusive Takeaways with Printable Lesson Notes

Unlock Lesson Notes and Transcripts for every single lesson. Sign Up for a Free Lifetime Account and Get 7 Days of Premium Access.

Or sign up using Facebook
Already a Member?

Lesson Transcript

In this video, you'll learn 20 of the most common words and phrases in Dutch.
Hi everybody, my name is Thomas.
Welcome to The 800 Core Dutch Words and Phrases video series!
This series will teach you the eight hundred most common words and phrases in Dutch.
Ok! Let's get started! First is…
1.
(NORMAL SPEED)
buitenzetten
(NORMAL SPEED)
"take out"
(NORMAL SPEED)
buitenzetten
(SLOW)
buitenzetten
(NORMAL SPEED)
"take out"
(NORMAL SPEED)
Kun je de vuilnis buitenzetten?
(NORMAL SPEED)
"Can you take out the trash, please?"
(SLOW)
Kun je de vuilnis buitenzetten?
2.
(NORMAL SPEED)
ober
(NORMAL SPEED)
"waiter"
(NORMAL SPEED)
ober
(SLOW)
ober
(NORMAL SPEED)
"waiter"
(NORMAL SPEED)
De ober levert roomservice.
(NORMAL SPEED)
"The waiter is delivering room service."
(SLOW)
De ober levert roomservice.
3.
(NORMAL SPEED)
weerbericht
(NORMAL SPEED)
"weather report"
(NORMAL SPEED)
weerbericht
(SLOW)
weerbericht
(NORMAL SPEED)
"weather report"
(NORMAL SPEED)
Check het weerbericht voor je gaat zeilen.
(NORMAL SPEED)
"Check the weather report before going sailing."
(SLOW)
Check het weerbericht voor je gaat zeilen.
4.
(NORMAL SPEED)
Celsius
(NORMAL SPEED)
"Celsius"
(NORMAL SPEED)
Celsius
(SLOW)
Celsius
(NORMAL SPEED)
"Celsius"
(NORMAL SPEED)
De temperatuur van vandaag is dertig graden Celsius.
(NORMAL SPEED)
"Today's temperature is 30 degrees Celsius."
(SLOW)
De temperatuur van vandaag is dertig graden Celsius.
5.
(NORMAL SPEED)
TV show
(NORMAL SPEED)
"TV show"
(NORMAL SPEED)
TV show
(SLOW)
TV show
(NORMAL SPEED)
"TV show"
(NORMAL SPEED)
Vanavond komt haar favoriete tv-show.
(NORMAL SPEED)
"Her favorite TV show is on tonight."
(SLOW)
Vanavond komt haar favoriete tv-show.
6.
(NORMAL SPEED)
hardlopen
(NORMAL SPEED)
"jogging"
(NORMAL SPEED)
hardlopen
(SLOW)
hardlopen
(NORMAL SPEED)
"jogging"
(NORMAL SPEED)
Sinds ik ben begonnen met hardlopen ben ik 3 kilo afgevallen.
(NORMAL SPEED)
"I've lost three kilograms since I started jogging."
(SLOW)
Sinds ik ben begonnen met hardlopen ben ik 3 kilo afgevallen.
7.
(NORMAL SPEED)
fastfood
(NORMAL SPEED)
"fast food"
(NORMAL SPEED)
fastfood
(SLOW)
fastfood
(NORMAL SPEED)
"fast food"
(NORMAL SPEED)
Ik hunker zo af en toe naar fastfood.
(NORMAL SPEED)
"I crave fast food every once in a while."
(SLOW)
Ik hunker zo af en toe naar fastfood.
8.
(NORMAL SPEED)
park
(NORMAL SPEED)
"park"
(NORMAL SPEED)
park
(SLOW)
park
(NORMAL SPEED)
"park"
(NORMAL SPEED)
Het stel is aan het wandelen in het park.
(NORMAL SPEED)
"The couple is walking in the park."
(SLOW)
Het stel is aan het wandelen in het park.
9.
(NORMAL SPEED)
stoplicht
(NORMAL SPEED)
"traffic light"
(NORMAL SPEED)
stoplicht
(SLOW)
stoplicht
(NORMAL SPEED)
"traffic light"
(NORMAL SPEED)
De hevige storm beschadigde het stoplicht.
(NORMAL SPEED)
"The severe storm damaged the traffic light."
(SLOW)
De hevige storm beschadigde het stoplicht.
10.
(NORMAL SPEED)
verkeersbord
(NORMAL SPEED)
"sign"
(NORMAL SPEED)
verkeersbord
(SLOW)
verkeersbord
(NORMAL SPEED)
"sign"
(NORMAL SPEED)
Stop wanneer je het stopbord ziet.
(NORMAL SPEED)
"Stop when you see the stop sign."
(SLOW)
Stop wanneer je het stopbord ziet.
11.
(NORMAL SPEED)
metro
(NORMAL SPEED)
"subway"
(NORMAL SPEED)
metro
(SLOW)
metro
(NORMAL SPEED)
"subway"
(NORMAL SPEED)
Ik neem naar het kantoor de metro.
(NORMAL SPEED)
"I take the subway to the office."
(SLOW)
Ik neem naar het kantoor de metro.
12.
(NORMAL SPEED)
treinstation
(NORMAL SPEED)
"train station"
(NORMAL SPEED)
treinstation
(SLOW)
treinstation
(NORMAL SPEED)
"train station"
(NORMAL SPEED)
Pardon, waar is het treinstation?
(NORMAL SPEED)
"Excuse me, where is the train station?"
(SLOW)
Pardon, waar is het treinstation?
13.
(NORMAL SPEED)
vijfhonderd
(NORMAL SPEED)
"five hundred"
(NORMAL SPEED)
vijfhonderd
(SLOW)
vijfhonderd
(NORMAL SPEED)
"five hundred"
(NORMAL SPEED)
Er werken vijfhonderd werknemers in ons bedrijf.
(NORMAL SPEED)
"There are five hundred employees working in our company."
(SLOW)
Er werken vijfhonderd werknemers in ons bedrijf.
14.
(NORMAL SPEED)
negenhonderdnegenennegentig
(NORMAL SPEED)
"nine hundred ninety-nine"
(NORMAL SPEED)
negenhonderdnegenennegentig
(SLOW)
negenhonderdnegenennegentig
(NORMAL SPEED)
"nine hundred ninety-nine"
(NORMAL SPEED)
We kochten voor het evenement negenhonderdnegenennegentig stoelen.
(NORMAL SPEED)
"We bought nine hundred ninety-nine chairs for the event."
(SLOW)
We kochten voor het evenement negenhonderdnegenennegentig stoelen.
15.
(NORMAL SPEED)
honderdeen
(NORMAL SPEED)
"one hundred and one"
(NORMAL SPEED)
honderdeen
(SLOW)
honderdeen
(NORMAL SPEED)
"one hundred and one"
(NORMAL SPEED)
Mijn score was honderdeen.
(NORMAL SPEED)
"My score was one hundred and one."
(SLOW)
Mijn score was honderdeen.
16.
(NORMAL SPEED)
vierhonderd
(NORMAL SPEED)
"four hundred"
(NORMAL SPEED)
vierhonderd
(SLOW)
vierhonderd
(NORMAL SPEED)
"four hundred"
(NORMAL SPEED)
Het boek was vierhonderd pagina`s dik.
(NORMAL SPEED)
"The book was four hundred pages thick."
(SLOW)
Het boek was vierhonderd pagina`s dik.
17.
(NORMAL SPEED)
negenhonderd
(NORMAL SPEED)
"nine hundred"
(NORMAL SPEED)
negenhonderd
(SLOW)
negenhonderd
(NORMAL SPEED)
"nine hundred"
(NORMAL SPEED)
De antieke lepel was negenhonderd jaar oud.
(NORMAL SPEED)
"The antique spoon was nine hundred years old."
(SLOW)
De antieke lepel was negenhonderd jaar oud.
18.
(NORMAL SPEED)
inch
(NORMAL SPEED)
"inch"
(NORMAL SPEED)
inch
(SLOW)
inch
(NORMAL SPEED)
"inch"
(NORMAL SPEED)
Ik heb zojuist een 40 inch flatscreen gekocht.
(NORMAL SPEED)
"I just bought a 40-inch flat screen television."
(SLOW)
Ik heb zojuist een 40 inch flatscreen gekocht.
19.
(NORMAL SPEED)
kilogram
(NORMAL SPEED)
"kilogram"
(NORMAL SPEED)
kilogram
(SLOW)
kilogram
(NORMAL SPEED)
"kilogram"
(NORMAL SPEED)
Een kilogram is duizend gram.
(NORMAL SPEED)
"One kilogram is one thousand grams."
(SLOW)
Een kilogram is duizend gram.
20.
(NORMAL SPEED)
centimeter
(NORMAL SPEED)
"centimeter"
(NORMAL SPEED)
centimeter
(SLOW)
centimeter
(NORMAL SPEED)
"centimeter"
(NORMAL SPEED)
De stapel munten meet bijna acht centimeter.
(NORMAL SPEED)
"The stacked coins measure almost eight centimeters."
(SLOW)
De stapel munten meet bijna acht centimeter.
Well done! In this lesson, you expanded your vocabulary and learned 20 new useful words.
See you next time!
Tot ziens.

Comments

Hide