Vocabulary (Review)

Learn New Words FAST with this Lesson’s Vocab Review List

Get this lesson’s key vocab, their translations and pronunciations. Sign up for your Free Lifetime Account Now and get 7 Days of Premium Access including this feature.

Lesson Notes

Unlock In-Depth Explanations & Exclusive Takeaways with Printable Lesson Notes

Unlock Lesson Notes and Transcripts for every single lesson. Sign Up for a Free Lifetime Account and Get 7 Days of Premium Access.

Lesson Transcript

In this video, you'll learn 20 of the most common words and phrases in Dutch.
Hi everybody, my name is Thomas.
Welcome to The 800 Core Dutch Words and Phrases video series!
This series will teach you the eight hundred most common words and phrases in Dutch.
Ok! Let's get started! First is…
1.
(NORMAL SPEED)
huisbaas
(NORMAL SPEED)
"landlord"
(NORMAL SPEED)
huisbaas
(SLOW)
huisbaas
(NORMAL SPEED)
"landlord"
(NORMAL SPEED)
De huisbaas van mijn broer accepteert geen cheque.
(NORMAL SPEED)
"My brother's landlord will not accept a check."
(SLOW)
De huisbaas van mijn broer accepteert geen cheque.
2.
(NORMAL SPEED)
studentenhuis
(NORMAL SPEED)
"dormitory"
(NORMAL SPEED)
studentenhuis
(SLOW)
studentenhuis
(NORMAL SPEED)
"dormitory"
(NORMAL SPEED)
Tijdens mijn vier jaar college heb ik in een studentenhuis gewoond.
(NORMAL SPEED)
"I lived in the dormitory for all four years of college."
(SLOW)
Tijdens mijn vier jaar college heb ik in een studentenhuis gewoond.
3.
(NORMAL SPEED)
appartementencomplex
(NORMAL SPEED)
"apartment building"
(NORMAL SPEED)
appartementencomplex
(SLOW)
appartementencomplex
(NORMAL SPEED)
"apartment building"
(NORMAL SPEED)
Er bevinden zich 24 appartementen in dit appartementencomplex.
(NORMAL SPEED)
"There are 24 apartments in this apartment building."
(SLOW)
Er bevinden zich 24 appartementen in dit appartementencomplex.
4.
(NORMAL SPEED)
stad
(NORMAL SPEED)
"city"
(NORMAL SPEED)
stad
(SLOW)
stad
(NORMAL SPEED)
"city"
(NORMAL SPEED)
Deze stad is driehonderd jaar oud.
(NORMAL SPEED)
"This city is three hundred years old."
(SLOW)
Deze stad is driehonderd jaar oud.
5.
(NORMAL SPEED)
boerderij
(NORMAL SPEED)
"farm"
(NORMAL SPEED)
boerderij
(SLOW)
boerderij
(NORMAL SPEED)
"farm"
(NORMAL SPEED)
De geiten spelen op de boerderij.
(NORMAL SPEED)
"The goats are playing on the farm."
(SLOW)
De geiten spelen op de boerderij.
6.
(NORMAL SPEED)
tsunami
(NORMAL SPEED)
"tsunami"
(NORMAL SPEED)
tsunami
(SLOW)
tsunami
(NORMAL SPEED)
"tsunami"
(NORMAL SPEED)
De tsunami trof de stad.
(NORMAL SPEED)
"The tsunami hit the city."
(SLOW)
De tsunami trof de stad.
7.
(NORMAL SPEED)
lawine
(NORMAL SPEED)
"avalanche"
(NORMAL SPEED)
lawine
(SLOW)
lawine
(NORMAL SPEED)
"avalanche"
(NORMAL SPEED)
De lawine verwoestte het skiresort maar gelukkig raakte er niemand gewond.
(NORMAL SPEED)
"The avalanche destroyed the ski resort, but luckily, nobody was hurt."
(SLOW)
De lawine verwoestte het skiresort maar gelukkig raakte er niemand gewond.
8.
(NORMAL SPEED)
vuur
(NORMAL SPEED)
"fire"
(NORMAL SPEED)
vuur
(SLOW)
vuur
(NORMAL SPEED)
"fire"
(NORMAL SPEED)
Waar rook is, is vuur.
(NORMAL SPEED)
"Where there's smoke, there's fire."
(SLOW)
Waar rook is, is vuur.
9.
(NORMAL SPEED)
aardbeving
(NORMAL SPEED)
"earthquake"
(NORMAL SPEED)
aardbeving
(SLOW)
aardbeving
(NORMAL SPEED)
"earthquake"
(NORMAL SPEED)
In deze stad bestaat altijd het gevaar van een aardbeving.
(NORMAL SPEED)
"In this city, there's always the danger of an earthquake."
(SLOW)
In deze stad bestaat altijd het gevaar van een aardbeving.
10.
(NORMAL SPEED)
zandstorm
(NORMAL SPEED)
"sandstorm"
(NORMAL SPEED)
zandstorm
(SLOW)
zandstorm
(NORMAL SPEED)
"sandstorm"
(NORMAL SPEED)
De zandstorm is gaan liggen.
(NORMAL SPEED)
"The sandstorm has touched down."
(SLOW)
De zandstorm is gaan liggen.
11.
(NORMAL SPEED)
handschoen
(NORMAL SPEED)
"glove"
(NORMAL SPEED)
handschoen
(SLOW)
handschoen
(NORMAL SPEED)
"glove"
(NORMAL SPEED)
Ik heb nieuwe handschoenen nodig voor de herfst.
(NORMAL SPEED)
"I need new gloves for autumn."
(SLOW)
Ik heb nieuwe handschoenen nodig voor de herfst.
12.
(NORMAL SPEED)
paraplu
(NORMAL SPEED)
"umbrella"
(NORMAL SPEED)
paraplu
(SLOW)
paraplu
(NORMAL SPEED)
"umbrella"
(NORMAL SPEED)
Het regent en ik heb geen paraplu.
(NORMAL SPEED)
"I don't have an umbrella, and it's raining."
(SLOW)
Het regent en ik heb geen paraplu.
13.
(NORMAL SPEED)
hoed
(NORMAL SPEED)
"hat"
(NORMAL SPEED)
hoed
(SLOW)
hoed
(NORMAL SPEED)
"hat"
(NORMAL SPEED)
Een rode sjaal zou leuk staan bij die hoed.
(NORMAL SPEED)
"A red scarf would look nice with that hat."
(SLOW)
Een rode sjaal zou leuk staan bij die hoed.
14.
(NORMAL SPEED)
lange mouwen
(NORMAL SPEED)
"long-sleeved"
(NORMAL SPEED)
lange mouwen
(SLOW)
lange mouwen
(NORMAL SPEED)
"long-sleeved"
(NORMAL SPEED)
Shirts met lange mouwen zijn geschikt voor koud weer.
(NORMAL SPEED)
"Long-sleeved shirts are good for cold weather."
(SLOW)
Shirts met lange mouwen zijn geschikt voor koud weer.
15.
(NORMAL SPEED)
korte mouwen
(NORMAL SPEED)
"short-sleeved"
(NORMAL SPEED)
korte mouwen
(SLOW)
korte mouwen
(NORMAL SPEED)
"short-sleeved"
(NORMAL SPEED)
Shirts met korte mouwen zijn beter wanneer het warm is.
(NORMAL SPEED)
"Short-sleeved shirts are better when it's hot."
(SLOW)
Shirts met korte mouwen zijn beter wanneer het warm is.
16.
(NORMAL SPEED)
pijnlijk
(NORMAL SPEED)
"painful"
(NORMAL SPEED)
pijnlijk
(SLOW)
pijnlijk
(NORMAL SPEED)
"painful"
(NORMAL SPEED)
De beet van een kwal is erg pijnlijk.
(NORMAL SPEED)
"A jellyfish sting is very painful."
(SLOW)
De beet van een kwal is erg pijnlijk.
17.
(NORMAL SPEED)
verlegen
(NORMAL SPEED)
"shy"
(NORMAL SPEED)
verlegen
(SLOW)
verlegen
(NORMAL SPEED)
"shy"
(NORMAL SPEED)
ik ben verlegen.
(NORMAL SPEED)
"I am shy."
(SLOW)
ik ben verlegen.
18.
(NORMAL SPEED)
nerveus
(NORMAL SPEED)
"nervous"
(NORMAL SPEED)
nerveus
(SLOW)
nerveus
(NORMAL SPEED)
"nervous"
(NORMAL SPEED)
Ik ben nerveus voor mijn examen uitslag.
(NORMAL SPEED)
"I am nervous about my exam results."
(SLOW)
Ik ben nerveus voor mijn examen uitslag.
19.
(NORMAL SPEED)
opgewonden
(NORMAL SPEED)
"excited"
(NORMAL SPEED)
opgewonden
(SLOW)
opgewonden
(NORMAL SPEED)
"excited"
(NORMAL SPEED)
Mijn vader was opgewonden toen hij het wedstrijdschema bekeek.
(NORMAL SPEED)
"My father was excited checking the game schedule."
(SLOW)
Mijn vader was opgewonden toen hij het wedstrijdschema bekeek.
20.
(NORMAL SPEED)
schamen
(NORMAL SPEED)
"embarrassed"
(NORMAL SPEED)
schamen
(SLOW)
schamen
(NORMAL SPEED)
"embarrassed"
(NORMAL SPEED)
Wanneer ik me schaam wordt mijn gezicht altijd rood.
(NORMAL SPEED)
"My face turns red when I am embarrassed."
(SLOW)
Wanneer ik me schaam wordt mijn gezicht altijd rood.
Well done! In this lesson, you expanded your vocabulary and learned 20 new useful words.
See you next time!
Tot ziens.

Comments

Hide