Vocabulary

Learn New Words FAST with this Lesson’s Vocab Review List

Get this lesson’s key vocab, their translations and pronunciations. Sign up for your Free Lifetime Account Now and get 7 Days of Premium Access including this feature.

Or sign up using Facebook
Already a Member?

Lesson Notes

Unlock In-Depth Explanations & Exclusive Takeaways with Printable Lesson Notes

Unlock Lesson Notes and Transcripts for every single lesson. Sign Up for a Free Lifetime Account and Get 7 Days of Premium Access.

Or sign up using Facebook
Already a Member?

Lesson Transcript

In this video, you'll learn 20 of the most common words and phrases in Dutch.
Hi everybody, my name is Thomas.
Welcome to The 800 Core Dutch Words and Phrases video series!
This series will teach you the eight hundred most common words and phrases in Dutch.
Ok! Let's get started! First is…
1.
(NORMAL SPEED)
breken
(NORMAL SPEED)
"break"
(NORMAL SPEED)
breken
(SLOW)
breken
(NORMAL SPEED)
"break"
(NORMAL SPEED)
Ik heb een van mijn borden gebroken tijdens het afwassen.
(NORMAL SPEED)
"I broke one of my plates while washing the dishes."
(SLOW)
Ik heb een van mijn borden gebroken tijdens het afwassen.
2.
(NORMAL SPEED)
snee
(NORMAL SPEED)
"cut"
(NORMAL SPEED)
snee
(SLOW)
snee
(NORMAL SPEED)
"cut"
(NORMAL SPEED)
De jongen viel en heeft een diepe snee in zijn been.
(NORMAL SPEED)
"The boy fell and has a deep cut on his leg."
(SLOW)
De jongen viel en heeft een diepe snee in zijn been.
3.
(NORMAL SPEED)
verstuiken
(NORMAL SPEED)
"sprain"
(NORMAL SPEED)
verstuiken
(SLOW)
verstuiken
(NORMAL SPEED)
"sprain"
(NORMAL SPEED)
De atleet verstuikte zijn enkel.
(NORMAL SPEED)
"The athlete sprained his ankle."
(SLOW)
De atleet verstuikte zijn enkel.
4.
(NORMAL SPEED)
magnetron
(NORMAL SPEED)
"microwave oven"
(NORMAL SPEED)
magnetron
(SLOW)
magnetron
(NORMAL SPEED)
"microwave oven"
(NORMAL SPEED)
Het meest handige keukenapparaat is de magnetron.
(NORMAL SPEED)
"The most convenient kitchen appliance is the microwave oven."
(SLOW)
Het meest handige keukenapparaat is de magnetron.
5.
(NORMAL SPEED)
koelkast
(NORMAL SPEED)
"refrigerator"
(NORMAL SPEED)
koelkast
(SLOW)
koelkast
(NORMAL SPEED)
"refrigerator"
(NORMAL SPEED)
De koelkast zit vol met eten voor de vakantie.
(NORMAL SPEED)
"The refrigerator is full of food for the holiday."
(SLOW)
De koelkast zit vol met eten voor de vakantie.
6.
(NORMAL SPEED)
stofzuiger
(NORMAL SPEED)
"vacuum cleaner"
(NORMAL SPEED)
stofzuiger
(SLOW)
stofzuiger
(NORMAL SPEED)
"vacuum cleaner"
(NORMAL SPEED)
Gebruik de stofzuiger om het tapijt schoon te houden.
(NORMAL SPEED)
"Use the vacuum cleaner to keep the carpets clean."
(SLOW)
Gebruik de stofzuiger om het tapijt schoon te houden.
7.
(NORMAL SPEED)
zweet
(NORMAL SPEED)
"sweat"
(NORMAL SPEED)
zweet
(SLOW)
zweet
(NORMAL SPEED)
"sweat"
(NORMAL SPEED)
De atleten waren bedekt met zweet na de wedstrijd.
(NORMAL SPEED)
"The athletes were covered in sweat after the game."
(SLOW)
De atleten waren bedekt met zweet na de wedstrijd.
8.
(NORMAL SPEED)
check-in
(NORMAL SPEED)
"check in"
(NORMAL SPEED)
check-in
(SLOW)
check-in
(NORMAL SPEED)
"check in"
(NORMAL SPEED)
Hoe laat is de check-in?
(NORMAL SPEED)
"What time is check-in?"
(SLOW)
Hoe laat is de check-in?
9.
(NORMAL SPEED)
kamernummer
(NORMAL SPEED)
"room number"
(NORMAL SPEED)
kamernummer
(SLOW)
kamernummer
(NORMAL SPEED)
"room number"
(NORMAL SPEED)
We verblijven in het City Hotel, kamernummer 717.
(NORMAL SPEED)
"We'll be staying at the City Hotel, room number 717."
(SLOW)
We verblijven in het City Hotel, kamernummer 717.
10.
(NORMAL SPEED)
kamersleutel
(NORMAL SPEED)
"room key"
(NORMAL SPEED)
kamersleutel
(SLOW)
kamersleutel
(NORMAL SPEED)
"room key"
(NORMAL SPEED)
Ik heb mijn kamersleutel verloren.
(NORMAL SPEED)
"I lost my room key."
(SLOW)
Ik heb mijn kamersleutel verloren.
11.
(NORMAL SPEED)
wekoproep
(NORMAL SPEED)
"wake-up call"
(NORMAL SPEED)
wekoproep
(SLOW)
wekoproep
(NORMAL SPEED)
"wake-up call"
(NORMAL SPEED)
Hallo, ik zou graag een wekoproep willen hebben om kwart voor zes 's ochtends.
(NORMAL SPEED)
"Hi, I'd like a wake-up call at fifteen minutes to six in the morning."
(SLOW)
Hallo, ik zou graag een wekoproep willen hebben om kwart voor zes 's ochtends.
12.
(NORMAL SPEED)
uitchecken
(NORMAL SPEED)
"check out"
(NORMAL SPEED)
uitchecken
(SLOW)
uitchecken
(NORMAL SPEED)
"check out"
(NORMAL SPEED)
Gelieve uit te checken voor 10 uur 's ochtends.
(NORMAL SPEED)
"Please check out before 10 AM."
(SLOW)
Gelieve uit te checken voor 10 uur 's ochtends.
13.
(NORMAL SPEED)
licht
(NORMAL SPEED)
"light"
(NORMAL SPEED)
licht
(SLOW)
licht
(NORMAL SPEED)
"light"
(NORMAL SPEED)
Lichte kleuren staan je goed.
(NORMAL SPEED)
"Light colors really suit you well."
(SLOW)
Lichte kleuren staan je goed.
14.
(NORMAL SPEED)
goud
(NORMAL SPEED)
"gold"
(NORMAL SPEED)
goud
(SLOW)
goud
(NORMAL SPEED)
"gold"
(NORMAL SPEED)
Ik wil een goudkleurige handtas.
(NORMAL SPEED)
"I want a gold-colored purse."
(SLOW)
Ik wil een goudkleurige handtas.
15.
(NORMAL SPEED)
roze
(NORMAL SPEED)
"pink"
(NORMAL SPEED)
roze
(SLOW)
roze
(NORMAL SPEED)
"pink"
(NORMAL SPEED)
Het roze glazuur op een aardbeientaart is mijn favoriet.
(NORMAL SPEED)
"The pink frosting on a strawberry cake is my favorite."
(SLOW)
Het roze glazuur op een aardbeientaart is mijn favoriet.
16.
(NORMAL SPEED)
zilver
(NORMAL SPEED)
"silver"
(NORMAL SPEED)
zilver
(SLOW)
zilver
(NORMAL SPEED)
"silver"
(NORMAL SPEED)
De zilverkleurige pen ziet er duur uit.
(NORMAL SPEED)
"The silver-colored pen looks expensive."
(SLOW)
De zilverkleurige pen ziet er duur uit.
17.
(NORMAL SPEED)
beige
(NORMAL SPEED)
"beige"
(NORMAL SPEED)
beige
(SLOW)
beige
(NORMAL SPEED)
"beige"
(NORMAL SPEED)
Beige is een lichte crème kleur met een geelachtige tint.
(NORMAL SPEED)
"Beige is a pale cream color with a yellowish tint."
(SLOW)
Beige is een lichte crème kleur met een geelachtige tint.
18.
(NORMAL SPEED)
framboos
(NORMAL SPEED)
"raspberry"
(NORMAL SPEED)
framboos
(SLOW)
framboos
(NORMAL SPEED)
"raspberry"
(NORMAL SPEED)
Ik ben gewoon een grote fan van frambozen.
(NORMAL SPEED)
"I'm simply a huge fan of raspberries."
(SLOW)
Ik ben gewoon een grote fan van frambozen.
19.
(NORMAL SPEED)
hoesten
(NORMAL SPEED)
"cough"
(NORMAL SPEED)
hoesten
(SLOW)
hoesten
(NORMAL SPEED)
"cough"
(NORMAL SPEED)
Ze heeft de hele nacht lopen hoesten.
(NORMAL SPEED)
"She has been coughing all night."
(SLOW)
Ze heeft de hele nacht lopen hoesten.
20.
(NORMAL SPEED)
knoflook
(NORMAL SPEED)
"garlic"
(NORMAL SPEED)
knoflook
(SLOW)
knoflook
(NORMAL SPEED)
"garlic"
(NORMAL SPEED)
De smaak en de geur zijn de kookkenmerken van knoflook.
(NORMAL SPEED)
"The taste and odor of garlic are its cooking trademarks."
(SLOW)
De smaak en de geur zijn de kookkenmerken van knoflook.
Well done! In this lesson, you expanded your vocabulary and learned 20 new useful words.
See you next time!
Tot ziens.

Comments

Hide