Vocabulary (Review)

Learn New Words FAST with this Lesson’s Vocab Review List

Get this lesson’s key vocab, their translations and pronunciations. Sign up for your Free Lifetime Account Now and get 7 Days of Premium Access including this feature.

Lesson Notes

Unlock In-Depth Explanations & Exclusive Takeaways with Printable Lesson Notes

Unlock Lesson Notes and Transcripts for every single lesson. Sign Up for a Free Lifetime Account and Get 7 Days of Premium Access.

Lesson Transcript

In this video, you'll learn 20 of the most common words and phrases in Dutch.
Hi everybody, my name is Thomas.
Welcome to The 800 Core Dutch Words and Phrases video series!
This series will teach you the eight hundred most common words and phrases in Dutch.
Ok! Let's get started! First is…
(NORMAL SPEED)
hand
(NORMAL SPEED)
"hand"
(NORMAL SPEED)
hand
(SLOW)
hand
(NORMAL SPEED)
"hand"
(NORMAL SPEED)
Het kind heft zijn hand.
(NORMAL SPEED)
"The child is raising his hand."
(SLOW)
Het kind heft zijn hand.
(NORMAL SPEED)
arm
(NORMAL SPEED)
"arm"
(NORMAL SPEED)
arm
(SLOW)
arm
(NORMAL SPEED)
"arm"
(NORMAL SPEED)
gespierde arm
(NORMAL SPEED)
"muscular arm"
(SLOW)
gespierde arm
(NORMAL SPEED)
voet
(NORMAL SPEED)
"foot"
(NORMAL SPEED)
voet
(SLOW)
voet
(NORMAL SPEED)
"foot"
(NORMAL SPEED)
Een voet heeft vijf tenen.
(NORMAL SPEED)
"A foot has five toes."
(SLOW)
Een voet heeft vijf tenen.
(NORMAL SPEED)
been
(NORMAL SPEED)
"leg"
(NORMAL SPEED)
been
(SLOW)
been
(NORMAL SPEED)
"leg"
(NORMAL SPEED)
Ik heb een ontsteking aan mijn been.
(NORMAL SPEED)
"I have an infection on my leg."
(SLOW)
Ik heb een ontsteking aan mijn been.
(NORMAL SPEED)
vinger
(NORMAL SPEED)
"finger"
(NORMAL SPEED)
vinger
(SLOW)
vinger
(NORMAL SPEED)
"finger"
(NORMAL SPEED)
Mijn vinger bloedt.
(NORMAL SPEED)
"My finger's bleeding."
(SLOW)
Mijn vinger bloedt.
(NORMAL SPEED)
rug
(NORMAL SPEED)
"back"
(NORMAL SPEED)
rug
(SLOW)
rug
(NORMAL SPEED)
"back"
(NORMAL SPEED)
Een rug van een egel is bedekt met scherpe stekels.
(NORMAL SPEED)
"A hedgehog's back is covered in sharp spines."
(SLOW)
Een rug van een egel is bedekt met scherpe stekels.
(NORMAL SPEED)
maag
(NORMAL SPEED)
"stomach"
(NORMAL SPEED)
maag
(SLOW)
maag
(NORMAL SPEED)
"stomach"
(NORMAL SPEED)
Ik heb teveel gegeten en nu doet mijn maag pijn.
(NORMAL SPEED)
"I ate too much, and now my stomach hurts."
(SLOW)
Ik heb teveel gegeten en nu doet mijn maag pijn.
(NORMAL SPEED)
borst
(NORMAL SPEED)
"chest"
(NORMAL SPEED)
borst
(SLOW)
borst
(NORMAL SPEED)
"chest"
(NORMAL SPEED)
De dokter en de verpleegster maken een röntgen van de patiënt zijn borst.
(NORMAL SPEED)
"The doctor and nurse are taking an X-ray of the patient's chest."
(SLOW)
De dokter en de verpleegster maken een röntgen van de patiënt zijn borst.
(NORMAL SPEED)
januari
(NORMAL SPEED)
"January"
(NORMAL SPEED)
januari
(SLOW)
januari
(NORMAL SPEED)
"January"
(NORMAL SPEED)
Het is hier in januari erg koud.
(NORMAL SPEED)
"It's very cold here in January."
(SLOW)
Het is hier in januari erg koud.
(NORMAL SPEED)
februari
(NORMAL SPEED)
"February"
(NORMAL SPEED)
februari
(SLOW)
februari
(NORMAL SPEED)
"February"
(NORMAL SPEED)
Negenentwintig (29) februari is een schrikkeldag.
(NORMAL SPEED)
"Leap year day is February 29th."
(SLOW)
Negenentwintig (29) februari is een schrikkeldag.
(NORMAL SPEED)
maart
(NORMAL SPEED)
"March"
(NORMAL SPEED)
maart
(SLOW)
maart
(NORMAL SPEED)
"March"
(NORMAL SPEED)
Het is nu april dus vorige maand was het maart.
(NORMAL SPEED)
"It is now April so last month was March."
(SLOW)
Het is nu april dus vorige maand was het maart.
(NORMAL SPEED)
april
(NORMAL SPEED)
"April"
(NORMAL SPEED)
april
(SLOW)
april
(NORMAL SPEED)
"April"
(NORMAL SPEED)
De regenbuien in april zorgen voor bloemen in mei.
(NORMAL SPEED)
"April showers bring May flowers."
(SLOW)
De regenbuien in april zorgen voor bloemen in mei.
(NORMAL SPEED)
mei
(NORMAL SPEED)
"May"
(NORMAL SPEED)
mei
(SLOW)
mei
(NORMAL SPEED)
"May"
(NORMAL SPEED)
Er is een belangrijk examen in mei.
(NORMAL SPEED)
"There is an important exam in May."
(SLOW)
Er is een belangrijk examen in mei.
(NORMAL SPEED)
juni
(NORMAL SPEED)
"June"
(NORMAL SPEED)
juni
(SLOW)
juni
(NORMAL SPEED)
"June"
(NORMAL SPEED)
Wij gaan in juni trouwen.
(NORMAL SPEED)
"We are getting married in June."
(SLOW)
Wij gaan in juni trouwen.
(NORMAL SPEED)
juli
(NORMAL SPEED)
"July"
(NORMAL SPEED)
juli
(SLOW)
juli
(NORMAL SPEED)
"July"
(NORMAL SPEED)
Juli is een van de zeven maanden met eenendertig dagen.
(NORMAL SPEED)
"July is one of 7 months with 31 days."
(SLOW)
Juli is een van de zeven maanden met eenendertig dagen.
(NORMAL SPEED)
augustus
(NORMAL SPEED)
"August"
(NORMAL SPEED)
augustus
(SLOW)
augustus
(NORMAL SPEED)
"August"
(NORMAL SPEED)
De school is in augustus gesloten.
(NORMAL SPEED)
"The school is closed in August."
(SLOW)
De school is in augustus gesloten.
(NORMAL SPEED)
september
(NORMAL SPEED)
"September"
(NORMAL SPEED)
september
(SLOW)
september
(NORMAL SPEED)
"September"
(NORMAL SPEED)
Vandaag is het zaterdag tien september.
(NORMAL SPEED)
"Today is Saturday, September 10th."
(SLOW)
Vandaag is het zaterdag tien september.
(NORMAL SPEED)
oktober
(NORMAL SPEED)
"October"
(NORMAL SPEED)
oktober
(SLOW)
oktober
(NORMAL SPEED)
"October"
(NORMAL SPEED)
op dertien (13) oktober
(NORMAL SPEED)
"on October 13th"
(SLOW)
op dertien (13) oktober
(NORMAL SPEED)
november
(NORMAL SPEED)
"November"
(NORMAL SPEED)
november
(SLOW)
november
(NORMAL SPEED)
"November"
(NORMAL SPEED)
Op 24 november 1642 ontdekte Abel Tasman een eiland dat nu beter bekend is als Tasmanië.
(NORMAL SPEED)
"On November 24th, 1642, Abel Tasman discovered an island which is now known as Tasmania."
(SLOW)
Op 24 november 1642 ontdekte Abel Tasman een eiland dat nu beter bekend is als Tasmanië.
(NORMAL SPEED)
december
(NORMAL SPEED)
"December"
(NORMAL SPEED)
december
(SLOW)
december
(NORMAL SPEED)
"December"
(NORMAL SPEED)
vijf december
(NORMAL SPEED)
"December 5th"
(SLOW)
vijf december
Well done! In this lesson, you expanded your vocabulary and learned 20 new useful words.
See you next time!
Tot ziens.

Comments

Hide