Vocabulary

Learn New Words FAST with this Lesson’s Vocab Review List

Get this lesson’s key vocab, their translations and pronunciations. Sign up for your Free Lifetime Account Now and get 7 Days of Premium Access including this feature.

Or sign up using Facebook
Already a Member?

Lesson Notes

Unlock In-Depth Explanations & Exclusive Takeaways with Printable Lesson Notes

Unlock Lesson Notes and Transcripts for every single lesson. Sign Up for a Free Lifetime Account and Get 7 Days of Premium Access.

Or sign up using Facebook
Already a Member?

Lesson Transcript

In this video, you'll learn 20 of the most common words and phrases in Dutch.
Hi everybody, my name is Thomas.
Welcome to The 800 Core Dutch Words and Phrases video series!
This series will teach you the eight hundred most common words and phrases in Dutch.
Ok! Let's get started! First is…
1.
(NORMAL SPEED)
helikopter
(NORMAL SPEED)
"helicopter"
(NORMAL SPEED)
helikopter
(SLOW)
helikopter
(NORMAL SPEED)
"helicopter"
(NORMAL SPEED)
De directeur reist naar het werk per helikopter.
(NORMAL SPEED)
"The CEO travels to work by helicopter."
(SLOW)
De directeur reist naar het werk per helikopter.
2.
(NORMAL SPEED)
zwart
(NORMAL SPEED)
"black"
(NORMAL SPEED)
zwart
(SLOW)
zwart
(NORMAL SPEED)
"black"
(NORMAL SPEED)
Ik heb mijn koffie graag zwart.
(NORMAL SPEED)
"I like my coffee black."
(SLOW)
Ik heb mijn koffie graag zwart.
3.
(NORMAL SPEED)
bruin
(NORMAL SPEED)
"brown"
(NORMAL SPEED)
bruin
(SLOW)
bruin
(NORMAL SPEED)
"brown"
(NORMAL SPEED)
Deze schoenen zijn bruin.
(NORMAL SPEED)
"These shoes are brown."
(SLOW)
Deze schoenen zijn bruin.
4.
(NORMAL SPEED)
grijs
(NORMAL SPEED)
"gray"
(NORMAL SPEED)
grijs
(SLOW)
grijs
(NORMAL SPEED)
"gray"
(NORMAL SPEED)
Je hebt een grijze haar.
(NORMAL SPEED)
"You have a gray hair."
(SLOW)
Je hebt een grijze haar.
5.
(NORMAL SPEED)
rusten
(NORMAL SPEED)
"rest"
(NORMAL SPEED)
rusten
(SLOW)
rusten
(NORMAL SPEED)
"rest"
(NORMAL SPEED)
De varkens rusten in de zon.
(NORMAL SPEED)
"The pigs are resting in the sun."
(SLOW)
De varkens rusten in de zon.
6.
(NORMAL SPEED)
horen
(NORMAL SPEED)
"hear"
(NORMAL SPEED)
horen
(SLOW)
horen
(NORMAL SPEED)
"hear"
(NORMAL SPEED)
Ik kan je niet goed horen.
(NORMAL SPEED)
"I cannot hear you clearly."
(SLOW)
Ik kan je niet goed horen.
7.
(NORMAL SPEED)
willen
(NORMAL SPEED)
"want"
(NORMAL SPEED)
willen
(SLOW)
willen
(NORMAL SPEED)
"want"
(NORMAL SPEED)
De kantoorbedienden willen de donut.
(NORMAL SPEED)
"The office workers want the doughnut."
(SLOW)
De kantoorbedienden willen de donut.
8.
(NORMAL SPEED)
smerig
(NORMAL SPEED)
"disgusting"
(NORMAL SPEED)
smerig
(SLOW)
smerig
(NORMAL SPEED)
"disgusting"
(NORMAL SPEED)
Ja, het is smerig.
(NORMAL SPEED)
"Yes, it's disgusting."
(SLOW)
Ja, het is smerig.
9.
(NORMAL SPEED)
elf
(NORMAL SPEED)
"eleven"
(NORMAL SPEED)
elf
(SLOW)
elf
(NORMAL SPEED)
"eleven"
(NORMAL SPEED)
Om elf uur uitchecken alstublieft.
(NORMAL SPEED)
"Check out at eleven o'clock, please."
(SLOW)
Om elf uur uitchecken alstublieft.
10.
(NORMAL SPEED)
twaalf
(NORMAL SPEED)
"twelve"
(NORMAL SPEED)
twaalf
(SLOW)
twaalf
(NORMAL SPEED)
"twelve"
(NORMAL SPEED)
Ze heeft twaalf jaar in dat appartement gewoond.
(NORMAL SPEED)
"She lived in that apartment for twelve years."
(SLOW)
Ze heeft twaalf jaar in dat appartement gewoond.
11.
(NORMAL SPEED)
dertien
(NORMAL SPEED)
"thirteen"
(NORMAL SPEED)
dertien
(SLOW)
dertien
(NORMAL SPEED)
"thirteen"
(NORMAL SPEED)
Ik ben dertien jaar oud.
(NORMAL SPEED)
"She is thirteen years old."
(SLOW)
Ik ben dertien jaar oud.
12.
(NORMAL SPEED)
e-mail
(NORMAL SPEED)
"e-mail"
(NORMAL SPEED)
e-mail
(SLOW)
e-mail
(NORMAL SPEED)
"e-mail"
(NORMAL SPEED)
een e-mail schrijven naar mijn Nederlandse vrienden
(NORMAL SPEED)
"write an email to my Dutch friends"
(SLOW)
een e-mail schrijven naar mijn Nederlandse vrienden
13.
(NORMAL SPEED)
mobiele telefoon
(NORMAL SPEED)
"cellular phone"
(NORMAL SPEED)
mobiele telefoon
(SLOW)
mobiele telefoon
(NORMAL SPEED)
"cellular phone"
(NORMAL SPEED)
Met een mobiele telefoon kun je van bijna overal vandaan bellen.
(NORMAL SPEED)
"With a cellular phone, you can make calls from almost anywhere."
(SLOW)
Met een mobiele telefoon kun je van bijna overal vandaan bellen.
14.
(NORMAL SPEED)
sms
(NORMAL SPEED)
"text message"
(NORMAL SPEED)
sms
(SLOW)
sms
(NORMAL SPEED)
"text message"
(NORMAL SPEED)
Ze maakte contact met me via een sms.
(NORMAL SPEED)
"She contacted me via text message."
(SLOW)
Ze maakte contact met me via een sms.
15.
(NORMAL SPEED)
mond
(NORMAL SPEED)
"mouth"
(NORMAL SPEED)
mond
(SLOW)
mond
(NORMAL SPEED)
"mouth"
(NORMAL SPEED)
De vrouw heeft een grote mond.
(NORMAL SPEED)
"The woman has a big mouth."
(SLOW)
De vrouw heeft een grote mond.
16.
(NORMAL SPEED)
wang
(NORMAL SPEED)
"cheek"
(NORMAL SPEED)
wang
(SLOW)
wang
(NORMAL SPEED)
"cheek"
(NORMAL SPEED)
Haar wangen zijn erg rood.
(NORMAL SPEED)
"Her cheeks are very red."
(SLOW)
Haar wangen zijn erg rood.
17.
(NORMAL SPEED)
neus
(NORMAL SPEED)
"nose"
(NORMAL SPEED)
neus
(SLOW)
neus
(NORMAL SPEED)
"nose"
(NORMAL SPEED)
Mijn neus zit verstopt.
(NORMAL SPEED)
"My nose is stuffy."
(SLOW)
Mijn neus zit verstopt.
18.
(NORMAL SPEED)
schrift
(NORMAL SPEED)
"notebook"
(NORMAL SPEED)
schrift
(SLOW)
schrift
(NORMAL SPEED)
"notebook"
(NORMAL SPEED)
Verkopen ze schriften in die winkel?
(NORMAL SPEED)
"Do they sell notebooks at that store?"
(SLOW)
Verkopen ze schriften in die winkel?
19.
(NORMAL SPEED)
potlood
(NORMAL SPEED)
"pencil"
(NORMAL SPEED)
potlood
(SLOW)
potlood
(NORMAL SPEED)
"pencil"
(NORMAL SPEED)
Op de vensterbank liggen een potlood en een pen.
(NORMAL SPEED)
"A pencil and a pen are on the windowsill."
(SLOW)
Op de vensterbank liggen een potlood en een pen.
20.
(NORMAL SPEED)
gum
(NORMAL SPEED)
"eraser"
(NORMAL SPEED)
gum
(SLOW)
gum
(NORMAL SPEED)
"eraser"
(NORMAL SPEED)
Mag ik je gum gebruiken?
(NORMAL SPEED)
"Can I use your eraser?"
(SLOW)
Mag ik je gum gebruiken?
Well done! In this lesson, you expanded your vocabulary and learned 20 new useful words.
See you next time!
Tot ziens.

Comments

Hide