Vocabulary

Learn New Words FAST with this Lesson’s Vocab Review List

Get this lesson’s key vocab, their translations and pronunciations. Sign up for your Free Lifetime Account Now and get 7 Days of Premium Access including this feature.

Or sign up using Facebook
By clicking Join Now, you agree to our Terms of Use, Privacy Policy, and to receive our email communications, which you may opt out at any time.
Already a Member?

Lesson Notes

Unlock In-Depth Explanations & Exclusive Takeaways with Printable Lesson Notes

Unlock Lesson Notes and Transcripts for every single lesson. Sign Up for a Free Lifetime Account and Get 7 Days of Premium Access.

Or sign up using Facebook
By clicking Join Now, you agree to our Terms of Use, Privacy Policy, and to receive our email communications, which you may opt out at any time.
Already a Member?

Lesson Transcript

Hi everybody, my name is Thomas.
Welcome to the 2000 Core Dutch Words and Phrases video series!
Each lesson will help you learn new words, practice, and review what you've learned.
Ok! Let's get started! First is…
WORD 1
(NORMAL SPEED)
lobby
(NORMAL SPEED)
"lobby"
(NORMAL SPEED)
lobby
(SLOW)
lobby
(NORMAL SPEED)
"lobby"
(NORMAL SPEED)
De lobby is op de eerste verdieping.
(NORMAL SPEED)
"The lobby is on the first floor."
(SLOW)
De lobby is op de eerste verdieping.
WORD 2
(NORMAL SPEED)
wekdienst
(NORMAL SPEED)
"wake-up service"
(NORMAL SPEED)
wekdienst
(SLOW)
wekdienst
(NORMAL SPEED)
"wake-up service"
(NORMAL SPEED)
Ik maakte gebruik van de wekdienst en liet me om zes uur 's ochtends bellen.
(NORMAL SPEED)
"I used the wake-up service to call me at 6 o'clock AM."
(SLOW)
Ik maakte gebruik van de wekdienst en liet me om zes uur 's ochtends bellen.
WORD 3
(NORMAL SPEED)
suite
(NORMAL SPEED)
"suite"
(NORMAL SPEED)
suite
(SLOW)
suite
(NORMAL SPEED)
"suite"
(NORMAL SPEED)
Ik wilde een aparte slaapkamer dus vroeg ik om een suite.
(NORMAL SPEED)
"I wanted a separate bedroom, so I asked for a suite."
(SLOW)
Ik wilde een aparte slaapkamer dus vroeg ik om een suite.
WORD 4
(NORMAL SPEED)
wielrennen
(NORMAL SPEED)
"cycling"
(NORMAL SPEED)
wielrennen
(SLOW)
wielrennen
(NORMAL SPEED)
"cycling"
(NORMAL SPEED)
De wielrenners zijn aan het strijden in een wielerwedstrijd.
(NORMAL SPEED)
"The riders are competing in a cycling race."
(SLOW)
De wielrenners zijn aan het strijden in een wielerwedstrijd.
WORD 5
(NORMAL SPEED)
autoracen
(NORMAL SPEED)
"auto racing"
(NORMAL SPEED)
autoracen
(SLOW)
autoracen
(NORMAL SPEED)
"auto racing"
(NORMAL SPEED)
De raceauto racet over het autoracecircuit.
(NORMAL SPEED)
"The race car is racing on the auto racing track."
(SLOW)
De raceauto racet over het autoracecircuit.
WORD 6
(NORMAL SPEED)
plakband
(NORMAL SPEED)
"Scotch tape"
(NORMAL SPEED)
plakband
(SLOW)
plakband
(NORMAL SPEED)
"Scotch tape"
(NORMAL SPEED)
Plakband is perfect voor het inpakken van cadeautjes.
(NORMAL SPEED)
"Scotch tape is perfect for wrapping presents."
(SLOW)
Plakband is perfect voor het inpakken van cadeautjes.
WORD 7
(NORMAL SPEED)
geboren worden
(NORMAL SPEED)
"be born"
(NORMAL SPEED)
geboren worden
(SLOW)
geboren worden
(NORMAL SPEED)
"be born"
(NORMAL SPEED)
Ik ben geboren in 1980.
(NORMAL SPEED)
"I was born in 1980."
(SLOW)
Ik ben geboren in 1980.
WORD 8
(NORMAL SPEED)
een baan vinden
(NORMAL SPEED)
"get a job"
(NORMAL SPEED)
een baan vinden
(SLOW)
een baan vinden
(NORMAL SPEED)
"get a job"
(NORMAL SPEED)
Mijn broer heeft eindelijk een baan gevonden!
(NORMAL SPEED)
"My brother finally got a job!"
(SLOW)
Mijn broer heeft eindelijk een baan gevonden!
WORD 9
(NORMAL SPEED)
sterven
(NORMAL SPEED)
"die"
(NORMAL SPEED)
sterven
(SLOW)
sterven
(NORMAL SPEED)
"die"
(NORMAL SPEED)
sterven aan een ziekte
(NORMAL SPEED)
"die of an illness"
(SLOW)
sterven aan een ziekte
WORD 10
(NORMAL SPEED)
Tokio
(NORMAL SPEED)
"Tokyo"
(NORMAL SPEED)
Tokio
(SLOW)
Tokio
(NORMAL SPEED)
"Tokyo"
(NORMAL SPEED)
Tokyo is de hoofdstad van de natie Japan.
(NORMAL SPEED)
"Tokyo is the capital city of the nation of Japan."
(SLOW)
Tokyo is de hoofdstad van de natie Japan.
PRACTICE/REVIEW
Let's review. Respond to the prompts by speaking aloud. First, you will hear a word or phrase in English. Respond in Dutch, then repeat after me, focusing on pronunciation.
Ready?
(Do you remember how to say "lobby?" Review 1)
(3)
(2)
(1)
lobby
(1)
lobby
(And how to say "wake-up service?" Review 2)
(3)
(2)
(1)
wekdienst
(1)
wekdienst
(What about "suite?" Review 3)
(3)
(2)
(1)
suite
(1)
suite
(Do you remember how to say "cycling?" Review 4)
(3)
(2)
(1)
wielrennen
(1)
wielrennen
(Let's try "auto racing!" Review 5)
(3)
(2)
(1)
autoracen
(1)
autoracen
(What about "Scotch tape?" Review 6)
(3)
(2)
(1)
plakband
(1)
plakband
(Now, let's see if you remember how to say "be born!" Review 7)
(3)
(2)
(1)
geboren worden
(1)
geboren worden
(Another one! What about "get a job?" Review 8)
(3)
(2)
(1)
een baan vinden
(1)
een baan vinden
(Do you remember how to say "die?" Review 9)
(3)
(2)
(1)
sterven
(1)
sterven
(And finally, do you remember how to say "Tokyo?" Review 10)
(3)
(2)
(1)
Tokio
(1)
Tokio
Well done!
See you next time!
Tot ziens.

Comments

Hide