Vocabulary

Learn New Words FAST with this Lesson’s Vocab Review List

Get this lesson’s key vocab, their translations and pronunciations. Sign up for your Free Lifetime Account Now and get 7 Days of Premium Access including this feature.

Or sign up using Facebook
By clicking Join Now, you agree to our Terms of Use, Privacy Policy, and to receive our email communications, which you may opt out at any time.
Already a Member?

Lesson Notes

Unlock In-Depth Explanations & Exclusive Takeaways with Printable Lesson Notes

Unlock Lesson Notes and Transcripts for every single lesson. Sign Up for a Free Lifetime Account and Get 7 Days of Premium Access.

Or sign up using Facebook
By clicking Join Now, you agree to our Terms of Use, Privacy Policy, and to receive our email communications, which you may opt out at any time.
Already a Member?

Lesson Transcript

In this video, you'll learn 20 of the most common words and phrases in Dutch.
Hi everybody, my name is Thomas.
Welcome to The 800 Core Dutch Words and Phrases video series!
This series will teach you the eight hundred most common words and phrases in Dutch.
Ok! Let's get started! First is…
(NORMAL SPEED)
Hallo.
(NORMAL SPEED)
"Hello."
(NORMAL SPEED)
Hallo.
(SLOW)
Hallo.
(NORMAL SPEED)
"Hello."
(NORMAL SPEED)
Hallo Adam.
(NORMAL SPEED)
"Hello, Adam."
(SLOW)
Hallo Adam.
(NORMAL SPEED)
Excuseer.
(NORMAL SPEED)
"Excuse me."
(NORMAL SPEED)
Excuseer.
(SLOW)
Excuseer.
(NORMAL SPEED)
"Excuse me."
(NORMAL SPEED)
Excuseer, waar is het treinstation?
(NORMAL SPEED)
"Excuse me, where is the train station?"
(SLOW)
Excuseer, waar is het treinstation?
(NORMAL SPEED)
Het spijt me.
(NORMAL SPEED)
"I'm sorry."
(NORMAL SPEED)
Het spijt me.
(SLOW)
Het spijt me.
(NORMAL SPEED)
"I'm sorry."
(NORMAL SPEED)
Het spijt me. Hij is er nu niet.
(NORMAL SPEED)
"I'm sorry. He is not here right now."
(SLOW)
Het spijt me. Hij is er nu niet.
(NORMAL SPEED)
Goedenacht
(NORMAL SPEED)
"Good night."
(NORMAL SPEED)
Goedenacht
(SLOW)
Goedenacht
(NORMAL SPEED)
"Good night."
(NORMAL SPEED)
Tijd om goedenacht te zeggen.
(NORMAL SPEED)
"Time to say goodnight!"
(SLOW)
Tijd om goedenacht te zeggen.
(NORMAL SPEED)
Leuk je te ontmoeten.
(NORMAL SPEED)
"Nice to meet you."
(NORMAL SPEED)
Leuk je te ontmoeten.
(SLOW)
Leuk je te ontmoeten.
(NORMAL SPEED)
"Nice to meet you."
(NORMAL SPEED)
Leuk u te ontmoeten meneer.
(NORMAL SPEED)
"Nice to meet you, sir."
(SLOW)
Leuk u te ontmoeten meneer.
(NORMAL SPEED)
Hoe gaat het?
(NORMAL SPEED)
"How are you?"
(NORMAL SPEED)
Hoe gaat het?
(SLOW)
Hoe gaat het?
(NORMAL SPEED)
"How are you?"
(NORMAL SPEED)
Hallo Mies, hoe gaat het?
(NORMAL SPEED)
"Hello Mies, how are you?"
(SLOW)
Hallo Mies, hoe gaat het?
(NORMAL SPEED)
Ja.
(NORMAL SPEED)
"Yes."
(NORMAL SPEED)
Ja.
(SLOW)
Ja.
(NORMAL SPEED)
"Yes."
(NORMAL SPEED)
Het is koud. Ja, inderdaad!
(NORMAL SPEED)
"It is cold. Yes indeed!"
(SLOW)
Het is koud. Ja, inderdaad!
(NORMAL SPEED)
Nee.
(NORMAL SPEED)
"No."
(NORMAL SPEED)
Nee.
(SLOW)
Nee.
(NORMAL SPEED)
"No."
(NORMAL SPEED)
Ik ben geneigd om NEE te stemmen.
(NORMAL SPEED)
"I tend to vote NO."
(SLOW)
Ik ben geneigd om NEE te stemmen.
(NORMAL SPEED)
Dank je wel.
(NORMAL SPEED)
"Thank you."
(NORMAL SPEED)
Dank je wel.
(SLOW)
Dank je wel.
(NORMAL SPEED)
"Thank you."
(NORMAL SPEED)
Dank je wel, maar dit heb ik niet besteld.
(NORMAL SPEED)
"Thank you, but I didn't order this."
(SLOW)
Dank je wel, maar dit heb ik niet besteld.
(NORMAL SPEED)
Ik ben...
(NORMAL SPEED)
"I'm..."
(NORMAL SPEED)
Ik ben...
(SLOW)
Ik ben...
(NORMAL SPEED)
"I'm..."
(NORMAL SPEED)
Ik ben Maria.
(NORMAL SPEED)
"I'm Maria."
(SLOW)
Ik ben Maria.
(NORMAL SPEED)
Tot ziens.
(NORMAL SPEED)
"Goodbye."
(NORMAL SPEED)
Tot ziens.
(SLOW)
Tot ziens.
(NORMAL SPEED)
"Goodbye."
(NORMAL SPEED)
Tot ziens mijn vriend.
(NORMAL SPEED)
"Goodbye, my friend."
(SLOW)
Tot ziens mijn vriend.
(NORMAL SPEED)
slecht
(NORMAL SPEED)
"bad"
(NORMAL SPEED)
slecht
(SLOW)
slecht
(NORMAL SPEED)
"bad"
(NORMAL SPEED)
Hij is een slechte jongen.
(NORMAL SPEED)
"He's a bad boy."
(SLOW)
Hij is een slechte jongen.
(NORMAL SPEED)
goed
(NORMAL SPEED)
"good"
(NORMAL SPEED)
goed
(SLOW)
goed
(NORMAL SPEED)
"good"
(NORMAL SPEED)
Groentes zijn goed voor je
(NORMAL SPEED)
"Vegetables are good for you."
(SLOW)
Groentes zijn goed voor je
(NORMAL SPEED)
mooi
(NORMAL SPEED)
"pretty"
(NORMAL SPEED)
mooi
(SLOW)
mooi
(NORMAL SPEED)
"pretty"
(NORMAL SPEED)
Je bent erg mooi.
(NORMAL SPEED)
"You are very pretty."
(SLOW)
Je bent erg mooi.
(NORMAL SPEED)
lelijk
(NORMAL SPEED)
"ugly"
(NORMAL SPEED)
lelijk
(SLOW)
lelijk
(NORMAL SPEED)
"ugly"
(NORMAL SPEED)
Het lelijke eendje werd een mooie zwaan.
(NORMAL SPEED)
"The ugly duckling became a beautiful swan."
(SLOW)
Het lelijke eendje werd een mooie zwaan.
(NORMAL SPEED)
makkelijk
(NORMAL SPEED)
"easy"
(NORMAL SPEED)
makkelijk
(SLOW)
makkelijk
(NORMAL SPEED)
"easy"
(NORMAL SPEED)
Het is makkelijk om een woord te spellen.
(NORMAL SPEED)
"It is easy to spell a word."
(SLOW)
Het is makkelijk om een woord te spellen.
(NORMAL SPEED)
moeilijk
(NORMAL SPEED)
"difficult"
(NORMAL SPEED)
moeilijk
(SLOW)
moeilijk
(NORMAL SPEED)
"difficult"
(NORMAL SPEED)
De toets van woensdag zal moeilijk zijn.
(NORMAL SPEED)
"Wednesday's test will be difficult."
(SLOW)
De toets van woensdag zal moeilijk zijn.
(NORMAL SPEED)
dichtbij
(NORMAL SPEED)
"near"
(NORMAL SPEED)
dichtbij
(SLOW)
dichtbij
(NORMAL SPEED)
"near"
(NORMAL SPEED)
Ik woon dichtbij de universiteit.
(NORMAL SPEED)
"I live near the university."
(SLOW)
Ik woon dichtbij de universiteit.
(NORMAL SPEED)
ver
(NORMAL SPEED)
"far"
(NORMAL SPEED)
ver
(SLOW)
ver
(NORMAL SPEED)
"far"
(NORMAL SPEED)
De vrouw kijkt naar iets ver weg.
(NORMAL SPEED)
"The woman is looking at something far away."
(SLOW)
De vrouw kijkt naar iets ver weg.
(NORMAL SPEED)
klein
(NORMAL SPEED)
"small"
(NORMAL SPEED)
klein
(SLOW)
klein
(NORMAL SPEED)
"small"
(NORMAL SPEED)
Een klein biertje alstublieft.
(NORMAL SPEED)
"A small beer please."
(SLOW)
Een klein biertje alstublieft.
Well done! In this lesson, you expanded your vocabulary and learned 20 new useful words.
See you next time!
Tot ziens.

Comments

Hide