Vocabulary (Review)

Learn New Words FAST with this Lesson’s Vocab Review List

Get this lesson’s key vocab, their translations and pronunciations. Sign up for your Free Lifetime Account Now and get 7 Days of Premium Access including this feature.

Lesson Notes

Unlock In-Depth Explanations & Exclusive Takeaways with Printable Lesson Notes

Unlock Lesson Notes and Transcripts for every single lesson. Sign Up for a Free Lifetime Account and Get 7 Days of Premium Access.

Lesson Transcript

In this video, you'll learn 20 of the most common words and phrases in Dutch.
Hi everybody, my name is Thomas.
Welcome to The 800 Core Dutch Words and Phrases video series!
This series will teach you the eight hundred most common words and phrases in Dutch.
Ok! Let's get started! First is…
1.
(NORMAL SPEED)
pyjama
(NORMAL SPEED)
"pajamas"
(NORMAL SPEED)
pyjama
(SLOW)
pyjama
(NORMAL SPEED)
"pajamas"
(NORMAL SPEED)
De jongen draagt een pyjama.
(NORMAL SPEED)
"The boy is wearing pajamas."
(SLOW)
De jongen draagt een pyjama.
2.
(NORMAL SPEED)
beha
(NORMAL SPEED)
"brassiere"
(NORMAL SPEED)
beha
(SLOW)
beha
(NORMAL SPEED)
"brassiere"
(NORMAL SPEED)
witte beha
(NORMAL SPEED)
"white brassiere"
(SLOW)
witte beha
3.
(NORMAL SPEED)
wakker worden
(NORMAL SPEED)
"wake up"
(NORMAL SPEED)
wakker worden
(SLOW)
wakker worden
(NORMAL SPEED)
"wake up"
(NORMAL SPEED)
Ik heb een alarm nodig om me te helpen bij het wakker worden.
(NORMAL SPEED)
"I need an alarm to help me wake up."
(SLOW)
Ik heb een alarm nodig om me te helpen bij het wakker worden.
4.
(NORMAL SPEED)
pendelen
(NORMAL SPEED)
"commute"
(NORMAL SPEED)
pendelen
(SLOW)
pendelen
(NORMAL SPEED)
"commute"
(NORMAL SPEED)
De mensen pendelen met de trein naar het werk.
(NORMAL SPEED)
"The people are commuting to work by train."
(SLOW)
De mensen pendelen met de trein naar het werk.
5.
(NORMAL SPEED)
eten
(NORMAL SPEED)
"eat"
(NORMAL SPEED)
eten
(SLOW)
eten
(NORMAL SPEED)
"eat"
(NORMAL SPEED)
Als schoolkinderen thuiskomen, eten ze vaak een tussendoortje.
(NORMAL SPEED)
"When school kids come home, they often eat a snack."
(SLOW)
Als schoolkinderen thuiskomen, eten ze vaak een tussendoortje.
6.
(NORMAL SPEED)
kunst
(NORMAL SPEED)
"art"
(NORMAL SPEED)
kunst
(SLOW)
kunst
(NORMAL SPEED)
"art"
(NORMAL SPEED)
Hou je van kunst?
(NORMAL SPEED)
"Do you like art?"
(SLOW)
Hou je van kunst?
7.
(NORMAL SPEED)
literatuur
(NORMAL SPEED)
"literature"
(NORMAL SPEED)
literatuur
(SLOW)
literatuur
(NORMAL SPEED)
"literature"
(NORMAL SPEED)
De Odyssee is een klassiek stuk uit de literatuur.
(NORMAL SPEED)
"The Odyssey is a classic piece of literature."
(SLOW)
De Odyssee is een klassiek stuk uit de literatuur.
8.
(NORMAL SPEED)
film
(NORMAL SPEED)
"movie"
(NORMAL SPEED)
film
(SLOW)
film
(NORMAL SPEED)
"movie"
(NORMAL SPEED)
Die film is gewoon geweldig.
(NORMAL SPEED)
"That movie is just great."
(SLOW)
Die film is gewoon geweldig.
9.
(NORMAL SPEED)
muziek
(NORMAL SPEED)
"music"
(NORMAL SPEED)
muziek
(SLOW)
muziek
(NORMAL SPEED)
"music"
(NORMAL SPEED)
Nee, ik hou niet van klassieke muziek.
(NORMAL SPEED)
"No, I don't like classical music."
(SLOW)
Nee, ik hou niet van klassieke muziek.
10.
(NORMAL SPEED)
antwoord
(NORMAL SPEED)
"answer"
(NORMAL SPEED)
antwoord
(SLOW)
antwoord
(NORMAL SPEED)
"answer"
(NORMAL SPEED)
Hij weet het antwoord.
(NORMAL SPEED)
"He knows the answer."
(SLOW)
Hij weet het antwoord.
11.
(NORMAL SPEED)
lesgeven
(NORMAL SPEED)
"teach"
(NORMAL SPEED)
lesgeven
(SLOW)
lesgeven
(NORMAL SPEED)
"teach"
(NORMAL SPEED)
Ze geeft les op de universiteit.
(NORMAL SPEED)
"She teaches at the university."
(SLOW)
Ze geeft les op de universiteit.
12.
(NORMAL SPEED)
vragen
(NORMAL SPEED)
"ask"
(NORMAL SPEED)
vragen
(SLOW)
vragen
(NORMAL SPEED)
"ask"
(NORMAL SPEED)
Als je vragen hebt , stel me die dan nu.
(NORMAL SPEED)
"If you have any questions, please ask me now."
(SLOW)
Als je vragen hebt , stel me die dan nu.
13.
(NORMAL SPEED)
dichtdoen
(NORMAL SPEED)
"close"
(NORMAL SPEED)
dichtdoen
(SLOW)
dichtdoen
(NORMAL SPEED)
"close"
(NORMAL SPEED)
Kun je dat raam alsjeblieft dichtdoen?
(NORMAL SPEED)
"Can you close that window, please?"
(SLOW)
Kun je dat raam alsjeblieft dichtdoen?
14.
(NORMAL SPEED)
geboorte
(NORMAL SPEED)
"birth"
(NORMAL SPEED)
geboorte
(SLOW)
geboorte
(NORMAL SPEED)
"birth"
(NORMAL SPEED)
Wat is uw geboortedatum?
(NORMAL SPEED)
"What's your date of birth?"
(SLOW)
Wat is uw geboortedatum?
15.
(NORMAL SPEED)
werken
(NORMAL SPEED)
"work"
(NORMAL SPEED)
werken
(SLOW)
werken
(NORMAL SPEED)
"work"
(NORMAL SPEED)
Ambtenaren werken altijd met formulieren.
(NORMAL SPEED)
"Civil servants always work with forms."
(SLOW)
Ambtenaren werken altijd met formulieren.
16.
(NORMAL SPEED)
aandoen
(NORMAL SPEED)
"turn on"
(NORMAL SPEED)
aandoen
(SLOW)
aandoen
(NORMAL SPEED)
"turn on"
(NORMAL SPEED)
De man doet het licht aan.
(NORMAL SPEED)
"The man turned on the light."
(SLOW)
De man doet het licht aan.
17.
(NORMAL SPEED)
uitschakelen
(NORMAL SPEED)
"turn off"
(NORMAL SPEED)
uitschakelen
(SLOW)
uitschakelen
(NORMAL SPEED)
"turn off"
(NORMAL SPEED)
de lichten uitdoen
(NORMAL SPEED)
"turn off the lights"
(SLOW)
de lichten uitdoen
18.
(NORMAL SPEED)
uit eten
(NORMAL SPEED)
"eat out"
(NORMAL SPEED)
uit eten
(SLOW)
uit eten
(NORMAL SPEED)
"eat out"
(NORMAL SPEED)
Ik heb zin om uit eten te gaan vanavond.
(NORMAL SPEED)
"I feel like eating out tonight."
(SLOW)
Ik heb zin om uit eten te gaan vanavond.
19.
(NORMAL SPEED)
bijwonen
(NORMAL SPEED)
"attend"
(NORMAL SPEED)
bijwonen
(SLOW)
bijwonen
(NORMAL SPEED)
"attend"
(NORMAL SPEED)
Ik woon een vergadering bij.
(NORMAL SPEED)
"I attend a meeting."
(SLOW)
Ik woon een vergadering bij.
20.
(NORMAL SPEED)
westen
(NORMAL SPEED)
"west"
(NORMAL SPEED)
westen
(SLOW)
westen
(NORMAL SPEED)
"west"
(NORMAL SPEED)
De zon gaat onder in het westen.
(NORMAL SPEED)
"The sun sets in the west."
(SLOW)
De zon gaat onder in het westen.
Well done! In this lesson, you expanded your vocabulary and learned 20 new useful words.
See you next time!
Tot ziens.

Comments

Hide