Vocabulary

Learn New Words FAST with this Lesson’s Vocab Review List

Get this lesson’s key vocab, their translations and pronunciations. Sign up for your Free Lifetime Account Now and get 7 Days of Premium Access including this feature.

Or sign up using Facebook
Already a Member?

Lesson Notes

Unlock In-Depth Explanations & Exclusive Takeaways with Printable Lesson Notes

Unlock Lesson Notes and Transcripts for every single lesson. Sign Up for a Free Lifetime Account and Get 7 Days of Premium Access.

Or sign up using Facebook
Already a Member?

Lesson Transcript

In this video, you'll learn 20 of the most common words and phrases in Dutch.
Hi everybody, my name is Thomas.
Welcome to The 800 Core Dutch Words and Phrases video series!
This series will teach you the eight hundred most common words and phrases in Dutch.
Ok! Let's get started! First is…
1.
(NORMAL SPEED)
conditioner
(NORMAL SPEED)
"conditioner"
(NORMAL SPEED)
conditioner
(SLOW)
conditioner
(NORMAL SPEED)
"conditioner"
(NORMAL SPEED)
Spoelen met conditioner.
(NORMAL SPEED)
"Rinse with conditioner."
(SLOW)
Spoelen met conditioner.
2.
(NORMAL SPEED)
deodorant
(NORMAL SPEED)
"deodorant"
(NORMAL SPEED)
deodorant
(SLOW)
deodorant
(NORMAL SPEED)
"deodorant"
(NORMAL SPEED)
Doe deodorant op na het wassen, zo voorkom dat je slecht ruikt.
(NORMAL SPEED)
"Put on deodorant after washing to avoid smelling bad."
(SLOW)
Doe deodorant op na het wassen, zo voorkom dat je slecht ruikt.
3.
(NORMAL SPEED)
vloeibare zeep
(NORMAL SPEED)
"liquid soap"
(NORMAL SPEED)
vloeibare zeep
(SLOW)
vloeibare zeep
(NORMAL SPEED)
"liquid soap"
(NORMAL SPEED)
Heeft u vloeibare zeep?
(NORMAL SPEED)
"Do you have liquid soap?"
(SLOW)
Heeft u vloeibare zeep?
4.
(NORMAL SPEED)
eend
(NORMAL SPEED)
"duck"
(NORMAL SPEED)
eend
(SLOW)
eend
(NORMAL SPEED)
"duck"
(NORMAL SPEED)
Eenden uit het noorden vliegen voor de winter naar het zuiden.
(NORMAL SPEED)
"Ducks in the north fly south for the winter."
(SLOW)
Eenden uit het noorden vliegen voor de winter naar het zuiden.
5.
(NORMAL SPEED)
kraai
(NORMAL SPEED)
"crow"
(NORMAL SPEED)
kraai
(SLOW)
kraai
(NORMAL SPEED)
"crow"
(NORMAL SPEED)
Kraaien behoren tot de slimste vogels.
(NORMAL SPEED)
"Crows are among the smartest birds."
(SLOW)
Kraaien behoren tot de slimste vogels.
6.
(NORMAL SPEED)
kakkerlak
(NORMAL SPEED)
"cockroach"
(NORMAL SPEED)
kakkerlak
(SLOW)
kakkerlak
(NORMAL SPEED)
"cockroach"
(NORMAL SPEED)
Een kakkerlak heeft zes poten, vleugels en antennes.
(NORMAL SPEED)
"A cockroach has six legs, wings, and antennae."
(SLOW)
Een kakkerlak heeft zes poten, vleugels en antennes.
7.
(NORMAL SPEED)
mug
(NORMAL SPEED)
"mosquito"
(NORMAL SPEED)
mug
(SLOW)
mug
(NORMAL SPEED)
"mosquito"
(NORMAL SPEED)
Die vervelende mug beet me in mijn arm.
(NORMAL SPEED)
"That nasty mosquito bit me on my arm."
(SLOW)
Die vervelende mug beet me in mijn arm.
8.
(NORMAL SPEED)
bouwvakker
(NORMAL SPEED)
"construction worker"
(NORMAL SPEED)
bouwvakker
(SLOW)
bouwvakker
(NORMAL SPEED)
"construction worker"
(NORMAL SPEED)
De bouwvakker meet het hout op.
(NORMAL SPEED)
"The construction worker is measuring wood."
(SLOW)
De bouwvakker meet het hout op.
9.
(NORMAL SPEED)
huisvrouw
(NORMAL SPEED)
"homemaker"
(NORMAL SPEED)
huisvrouw
(SLOW)
huisvrouw
(NORMAL SPEED)
"homemaker"
(NORMAL SPEED)
De hardste werker waar dan ook is de huisvrouw.
(NORMAL SPEED)
"The hardest worker anywhere is the homemaker.
"
(SLOW)
De hardste werker waar dan ook is de huisvrouw.
10.
(NORMAL SPEED)
ijs
(NORMAL SPEED)
"ice"
(NORMAL SPEED)
ijs
(SLOW)
ijs
(NORMAL SPEED)
"ice"
(NORMAL SPEED)
Er heeft zich op het raam ijs gevormd.
(NORMAL SPEED)
"Ice has formed on the window."
(SLOW)
Er heeft zich op het raam ijs gevormd.
11.
(NORMAL SPEED)
geschiedenis
(NORMAL SPEED)
"history"
(NORMAL SPEED)
geschiedenis
(SLOW)
geschiedenis
(NORMAL SPEED)
"history"
(NORMAL SPEED)
Ik geef les in geschiedenis.
(NORMAL SPEED)
"I teach history."
(SLOW)
Ik geef les in geschiedenis.
12.
(NORMAL SPEED)
geografie
(NORMAL SPEED)
"geography"
(NORMAL SPEED)
geografie
(SLOW)
geografie
(NORMAL SPEED)
"geography"
(NORMAL SPEED)
Ze vond het niet leuk om geografie te studeren.
(NORMAL SPEED)
"She did not like to study geography."
(SLOW)
Ze vond het niet leuk om geografie te studeren.
13.
(NORMAL SPEED)
winkel
(NORMAL SPEED)
"store"
(NORMAL SPEED)
winkel
(SLOW)
winkel
(NORMAL SPEED)
"store"
(NORMAL SPEED)
Ik ga naar de winkel om wat melk en eieren te kopen.
(NORMAL SPEED)
"I'm going to the store to buy some milk and eggs."
(SLOW)
Ik ga naar de winkel om wat melk en eieren te kopen.
14.
(NORMAL SPEED)
markt
(NORMAL SPEED)
"market"
(NORMAL SPEED)
markt
(SLOW)
markt
(NORMAL SPEED)
"market"
(NORMAL SPEED)
Op de markt hebben ze vele soorten fruit.
(NORMAL SPEED)
"They have many kinds of fruit at the market."
(SLOW)
Op de markt hebben ze vele soorten fruit.
15.
(NORMAL SPEED)
prijs
(NORMAL SPEED)
"price"
(NORMAL SPEED)
prijs
(SLOW)
prijs
(NORMAL SPEED)
"price"
(NORMAL SPEED)
Wat is de prijs van een big mac in jouw land?
(NORMAL SPEED)
"What's the price of a Big Mac in your country?"
(SLOW)
Wat is de prijs van een big mac in jouw land?
16.
(NORMAL SPEED)
coupon
(NORMAL SPEED)
"coupon"
(NORMAL SPEED)
coupon
(SLOW)
coupon
(NORMAL SPEED)
"coupon"
(NORMAL SPEED)
Ik heb een coupon voor 50% korting dus laten we daar gaan eten.
(NORMAL SPEED)
"I have a coupon for 50% off, so let's eat there."
(SLOW)
Ik heb een coupon voor 50% korting dus laten we daar gaan eten.
17.
(NORMAL SPEED)
gangpad
(NORMAL SPEED)
"aisle"
(NORMAL SPEED)
gangpad
(SLOW)
gangpad
(NORMAL SPEED)
"aisle"
(NORMAL SPEED)
Kruiderijen en specerijen staan in gangpad zes.
(NORMAL SPEED)
"Spices and seasonings are on aisle six."
(SLOW)
Kruiderijen en specerijen staan in gangpad zes.
18.
(NORMAL SPEED)
tas
(NORMAL SPEED)
"bag"
(NORMAL SPEED)
tas
(SLOW)
tas
(NORMAL SPEED)
"bag"
(NORMAL SPEED)
Mijn tas is te zwaar.
(NORMAL SPEED)
"My bag is too heavy."
(SLOW)
Mijn tas is te zwaar.
19.
(NORMAL SPEED)
foto
(NORMAL SPEED)
"photograph"
(NORMAL SPEED)
foto
(SLOW)
foto
(NORMAL SPEED)
"photograph"
(NORMAL SPEED)
Deze foto ziet er niet goed uit.
(NORMAL SPEED)
"This photograph doesn't look good."
(SLOW)
Deze foto ziet er niet goed uit.
20.
(NORMAL SPEED)
frisdrank
(NORMAL SPEED)
"soda"
(NORMAL SPEED)
frisdrank
(SLOW)
frisdrank
(NORMAL SPEED)
"soda"
(NORMAL SPEED)
Frisdrank bevat veel suiker.
(NORMAL SPEED)
"Soda contains a lot of sugar."
(SLOW)
Frisdrank bevat veel suiker.
Well done! In this lesson, you expanded your vocabulary and learned 20 new useful words.
See you next time!
Tot ziens.

Comments

Hide