Start Learning Dutch in the next 30 Seconds with
a Free Lifetime Account

Or sign up using Facebook
Word Image
Airplane
21 words
Word Image
Airplane
21 words
eerste klas
masculine
(n)
first class
eersteklas stoel
first class seat
veiligheidsgordel
masculine
(n)
seat belt
veiligheidsgordel vastgespen
buckle a seatbelt
stoel
masculine
(n)
seat
vliegtuigstoel
airplane seat
stoelnummer
masculine
(n)
seat number
Je moet er zeker van zijn dat je stoelnummer overeenkomt met je ticket.
You must be sure your seat number matches your ticket.
stewardess
feminine
(n)
flight attendant
stewardess
female flight attendant
tijdverschil
neutral
(n)
time difference
twee uur tijdsverschil
two hour time difference
bewegingsziekte
neutral
(n)
motion sickness
medicijn tegen bewegingsziekte
motion sickness medicine
economy class
feminine
(n)
economy class
economy class stoelen
economy class seats
deken
feminine
(n)
blanket
vliegtuigdeken
airplane blanket
afvalzak
masculine
(n)
sick bag
geef over in een afvalzakje
vomit in a sick bag
cabine
feminine
(n)
cabin
vliegtuigcabine
airplane cabin
piloot
masculine
(n)
pilot
De piloten vliegen het vliegtuig.
The pilots are flying the plane.
vlucht
masculine
(n)
flight
boardingticket voor de vlucht
boarding pass for the flight
vliegtuig
neutral
(n)
airplane
Het vliegtuig vliegt in de lucht.
The airplane is flying in the sky.
nooduitgang
masculine
(n)
emergency exit
reddingsvest
masculine
(n)
life jacket
oranje reddingsvest
orange lifejacket
bovenhoofdse bagageruimte
(p)
overhead storage compartment
lege bovenhoofdse bagageruimte
empty overhead storage compartment
kussen
neutral
(n)
pillow
kussen op de stoel
pillow on the seat
gangstoel
neutral
(n)
aisle seat
Ik geef de voorkeur aan een gangstoel.
I prefer an aisle seat.
raamstoel
neutral
(n)
window seat
raamstoel in een vliegtuig
window seat in a plane
zwemvest
neutral
(n)
flotation device
De vrouw demonstreert hoe je een zwemvest moet opblazen.
The woman is demonstrating how to inflate the flotation device.
0 Comments
Top