Lessons
Your Next Lesson
Catching up with an Old Dutch Friend
Absolute Beginner
Learn about pronunciation and how to make small talk
Study now
Vocabulary
My Teacher
My Teacher Messenger My Assessment Test My Report
More
Start Your
Free Trial

Start Learning Dutch in the next 30 Seconds with
a Free Lifetime Account

Or sign up using Facebook
By clicking Join Now, you agree to our Terms of Use, Privacy Policy, and to receive our email communications, which you may opt out at any time.
Word Image
Daily Routines
20 words
Back To Lists
Word Image
Daily Routines
20 words
Ik poets mijn tanden.
(s)
I brush my teeth.
Ik doe de deur op slot.
(s)
I lock the door.
Ik ga naar het werk.
(s)
I go to work.
Ik luister naar muziek op mijn smartphone.
(s)
I listen to music on my smartphone.
Ik zet mijn computer aan.
(s)
I turn on my computer.
Ik bekijk mijn e-mail.
(s)
I check my e-mail.
Ik doe de was.
(s)
I do laundry.
Ik maak een lunch.
(s)
I make lunch.
Ik doe boodschappen.
(s)
I buy groceries.
Ik woon een vergadering bij.
(s)
I attend a meeting.
Ik krijg een telefoontje.
(s)
I receive a phone call.
Ik kijk een nieuwe film.
(s)
I watch a new movie.
Ik neem een ​​warm bad.
(s)
I take a hot bath.
Ik laad de batterij op van mijn telefoon.
(s)
I charge the battery on my phone.
Ik maak plannen voor morgen.
(s)
I plan for tomorrow.
Ik ga rond middernacht slapen.
(s)
I go to sleep around midnight.
Ik word om 7 uur 's ochtends wakker.
(s)
I wake up at 7 a.m.
Ik zet mijn alarm uit.
(s)
I turn off my alarm.
Ik kom uit bed.
(s)
I get out of bed.
Ik ontbijt.
(s)
I eat breakfast.
0 Comments
Top